Familie

De viool heeft veel familie. Niet alleen familieleden van nu maar ook van vroeger. In dit hoofdstuk heb ik het alleen over de familie van nu. Ik heb de 3 belangrijkste er uit gehaald.

Altviool: ook wel viola genoemd. Is wat groter dan de viool en lager gestemd, zodat er een diepere toon uitkomt. De vingerzetting van de altviool is gelijk aan die van de viool. Er zijn meer violisten dan altviolisten. De altviool wordt tegenwoordig steeds minder bespeeld.

Cello: is groter dan viool en altviool, heeft dikkere snaren en een steviger stok. Door zijn grote klankkast is de toon vol en donker. De hele cello is ongeveer ½ meter hoog. Ook bij de cello heb je verschillende maten.

Contrabas: de contrabas is de grootste van de familie van de viool. Hij is bijna 2 keer zo breed als de cello, 2 meter hoog en heeft 5 snaren. De contrabas heeft de dikste en zwaarste snaren en wordt getokkeld of gestreken. De contrabas is meestal voor de achtergrondmuziek net als het drumtoestel.

Soorten

Ook de viool zelf heeft soorten en maten.
Je hebt 7 vioolmaten: een 1\16 viool (dat is een viool voor de allerkleinste), een 1\8 viool, een kwart viool, een halve viool (voor kinderen van mijn leeftijd), een driekwart viool, 7\8 viool en een hele viool (voor volwassenen en tieners).
Onder al die kleine en grote violen heb je ook weer soorten.

De meesterviool: meesterviolen zijn door echte meesterbouwers gebouwd. Voor een meesterviool betaal je 10 duizend euro. En als je er dan een wilt kopen kan het best zijn dat je eerst jaren op de wachtlijst staat.

De fabrieksviool: je hebt ook fabrieksviolen. Dat zijn violen die door gewone vioolbouwers zijn gemaakt.

De oude fabrieksviolen zijn vaak niet veel goedkoper dan oude meesterviolen. Veel mensen betalen veel voor oudere violen, omdat ze die mooier vinden. Ook al is een nieuwere soms veel beter.