De werking van een viool
Door tokkelen of door de strijkstok ontstaan trillingen in de snaren.
De snaren lopen over een kam, die de trillingen overbrengt op het bovenblad van de klankkast. De klankkast zorgt ervoor dat de toon goed te horen is.
Tussen het boven- en onderblad zit een stukje hout, dit noemen we de stapel. Deze brengt de trillingen over van het boven- naar het onderblad.
De toon wordt hoger door de vingers op de snaren te zetten. Hierdoor wordt het trillende gedeelte korter en de toon hoger.
De duim van de linkerhand wordt niet gebruikt, de wijsvinger wordt de eerste vinger genoemd, de middelvinger de tweede, de ringvinger de derde en de pink de vierde. Door de vingers van de linkerhand steeds verder naar de kam te zetten, kun je wel 3 octaven spelen .
Om met de strijkstok te kunnen spelen moet je hem wel eerst harsen. Hars zorgt ervoor dat de paardenharen stroever worden, want als je stok te glad glijdt hij van je snaren af. |